We beginnen deze voorbeschouwing met nieuws van sfeergroep Legioen 28. Zij kochten recent 100 geelzwart geblokte vlaggen (100 x 150) en bedachten een formule zodat ook u mee van deze vlaggen gebruik kan maken tijdens de wedstrijden van onze geliefde club.
Vanaf woensdagavond, op Union Saint-Gilloise, kan je bij de mensen van Legioen 28 een steunkaart aankopen aan 10 euro. Deze kaart kan je wekelijks omwisselen voor een vlag. Breng je de vlag na de wedstrijd terug, dan krijg je ook je steunkaart terug. Zo hoef jij er niet steeds mee rond te zeulen en heeft de sfeergroep de garantie een lange tijd met die 100 vlaggen sfeer te kunnen maken. Op het einde van dit seizoen verloot Legioen 28 een abonnement voor de staanplaatsen onder alle kaarthouders. Wil je liever een seizoenskaartje voor de zittribune, dan kan je gewoon het verschil zelf bijpassen. Redenen genoeg dus om vanaf nu mee te vlaggen in de spionkop!
In de spelerskamer viel er minder goed nieuws te rapen. Goalgetter Nicky Melkert zal minstens tot de winterstop aan de kant blijven. In september wordt de aanvaller geopereerd aan zijn enkel, die hij vorig seizoen op het veld van Bornem kwetste. Van Dessel, die er op Verviers niet bij was, pikte dit weekend weer aan op training en is inzetbaar. Dickson trainde vandaag mee, maar de wedstrijd op Union komt nog te vroeg. Ook De Koninck zal er wegens blessure niet bij zijn in het Dudenpark.
Onze tegenstander, Royale Union Saint-Gilloise, behoeft haast geen introductie. In onze vooruitblik enkele maanden geleden kon u al een beknopte geschiedenis van de ooit zo roemrijke Brusselse club lezen. Hieronder kan u die opmerkelijke levensloop van Union nog eens herlezen.
Met maar liefst elf landstitels, enkel Anderlecht en Club Brugge doen beter, en twee vooroorlogse Bekeroverwinningen op het palmares moeten zelfs wij, fiere Antwerpenaren, toegeven dat Royale Union Saint-Gilloise een wel erg indrukwekkend parcours heeft afgelegd tijdens de honderdzestienjarige clubgeschiedenis. Het stamnummer tien zag in 1897 het geel-blauwe levenslicht en enkele jaren later vierden de Brusselaars al meteen een eerste imposante reeks titels. De seizoenen 1903-1904, 1904-1905, 1905-1906, 1906-1907, 1908-1909, 1909-1910 én 1912-1913 namen Les Unionistes voor hun rekening. Net voor op vier augustus 1914 het Duitse leger België binnenviel en zestien dagen later de hoofdstad werd bereikt, claimden de geel-blauwen uit Sint-Gillis nog snel even twee Bekers van België. Het zilverwerk van 1913 en 1914 prijkt, veronderstellen we toch, nog steeds trots in de uitgebreide trofeeënkast van traditionsverein Union Saint-Gilloise.
Tijdens de magere oorlogsjaren is er op officieel niveau geen plek voor voetbal in ons Belgenland. Nadat in 1918 de wapens het zwijgen werden opgelegd, hervatte de competitie in 1919. Meteen weer trad Union Saint-Gilloise op de voorgrond. Het zou drie seizoenen van net-niet duren alvorens de Brusselse club zich weer tot ’s lands beste kroont. Nadat Beerschot, den oude welteverstaan, het in 1922 voor het eerst in de eveneens knappe clubgeschiedenis tot kampioen schopt, blijft geel-blauw met lege handen achter. De Union-supporters treurden echter niet lang, want een seizoen later mochten de bolhoeden alweer de lucht in. Union pakte zijn achtste titel, en ook in Berchem werd er feest gevierd, want Geelzwart promoveerde dat seizoen voor het eerst naar het hoogste niveau.
Het verdere verloop van de jaren twintig betekende de eerste stille jaren in het in 1919 geopende en wondermooie Parc Duden. Van de gebruikelijke top van het klassement zakte de fiere club steeds verder weg in de rangschikking. In 1931 werd een eerste dieptepunt bereikt. Het bescheiden Racing FC Montignée, dat momenteel in de provinciale reeksen vertoeft, dwong Union bijna tot degradatie naar tweede klasse. Beide clubs eindigden met gelijke punten, maar geel-blauw bleef toch voor de Luikse club in de eindafrekening. Racing FC Montignée zakte voor altijd weg uit de hoogste afdeling. Andere degradant was, hoe gek zoiets vandaag de dag ook mag klinken, Union’s stadsgenoot RSC Anderlecht.
Terwijl het paarswit uit Anderlecht in tweede klasse speelde, hun glorieperiode zou pas na de Tweede Wereldoorlog aanbreken, regeerde Union Saint-Gilloise opnieuw over het Belgische voetballandschap. Na het bijna rampzalige seizoen 1930-1931, tevens het jaar waarin Tubantia Borgerhout naar eerste promoveerde, klommen Les Unionistes opnieuw op naar de top van het klassement. Na een geruststellende derde stek, brak de voorlopig laatste glorieperiode van Union aan. De Brusselse club wist maar liefst zestig wedstrijden ongeslagen te blijven. Tot op heden deed geen enkele Belgische club hen dat na. De indrukwekkende reeks begon met een 2-2 gelijkspel tegen Lierse en eindigde met een imposante 7-0 overwinning tegen Cercle Brugge. Een week later versloeg rechtstreeks concurrent en tevens stadsgenoot Daring Brussel de geel-blauwen met 2-0. Het spreekt voor zich dat Union dan ook de landstitels aan elkaar rijfde. Tijdens de seizoenen 1932-1933, 1933-1934 en 1934-1935 stak Union de toenmalige Jupilerbeker voor de laatste malen de lucht in. Terwijl Tubantia Borgerhout in 1933 alweer het hoogste strijdtoneel had verlaten, speelde Geelzwart opnieuw mee met de grote jongens en vertoefde zelfs Belgica Edegem een jaartje in eerste.
Union Saint-Gilloise zou voorgaande resultaten nooit meer evenaren en de weg naar beneden werd stilletjes ingezet. Terwijl Anderlecht de macht had overgenomen en Berchem Sport tweede in eerste klasse werd, heerste er in Sint-Gillis heel wat minder feestvreugde. Voor het eerst in de rijke clubgeschiedenis werd Union in 1949 veroordeeld tot voetbal op het op één na hoogste niveau. De trotste club tuimelde samen met het toenmalige Boom FC uit eerste, al zou het twee seizoenen later wel weer terugkeren naar de eerste voetbalklasse. De jaren van verval waren reeds ingezet, en enkele top vijf-plekken in het klassement konden daar niets meer aan veranderen. Union werd een grijze muis in eerste klasse en degradeerde in 1964 opnieuw naar tweede. Tot midden jaren zeventig werd geel-blauw, net als Geelzwart in die tijd, een liftploeg tussen eerste en tweede. In 1976 gebeurde het onvermijdelijke. Het ooit zo roemrijke Union Saint-Gilloise zakte naar de derde afdeling. Het daaropvolgende jaar werden Les Unionistes wel meteen weer kampioen, maar de club degradeerde algauw opnieuw naar derde en niet veel later zelfs naar bevordering. Op enkele middelmatige seizoenen in tweede klasse na, vertoeft Union de laatste decennia steeds in de lagere reeksen. Vorige week ontliep het nipt de degradatie naar vierde klasse door die andere traditieclub RFC Liège te verslaan in een eindrondefinale. Ondanks de jarenlange malaise kan Union, net als Berchem, nog steeds op een trouwe aanhang rekenen.
Wij haalden Bart Selleslags voor de microfoon en bespraken de wedstrijd die ons de bevrijdende eerste driepunter moet opleveren.
Eerst even terug naar vorige week woensdag. Geelzwart verliest na een, van beide ploegen, zwakke partij. Had een gelijkspel een juistere uitslag geweest?
Bart Selleslags: “Beide ploegen voetbalden vanuit organisatie en hadden de wil om resultaat neer te zetten, al vertaalde zich dat bij ons niet meteen in goed voetbal. De drang om iets te tonen was zeker aanwezig, maar kwam te weinig tot uiting. Het doet pijn voor een tweede keer op rij te verliezen, zeker in het begin van de competitie. Het was een verre verplaatsing, waar we gesteund werden door onze aanhang. Het is jammer hen niets in return te kunnen geven. Ik begrijp hun ontgoocheling, maar wil toch ook oproepen om samen de rug te rechten en er wederom samen voor te gaan. Panikeren is op dit moment een foute mentaliteit. In de groep is het besef aanwezig dat enkel het resultaat nu voorop staat en dat het beter moet.”
Woensdagavond trekken we naar Union. Een wedstrijd uit de oude doos om naar uit te kijken, en meteen ook de perfecte gelegenheid om een eerste overwinning te boeken.
Selleslags: “Union beschikt over een goed elftal, dat zich versterkt heeft tijdens het tussenseizoen. Zij haalden de voorbije weken twee eersteklassers, nl. Anthony Portier (ex-Cercle Brugge) en Aaron Verwilligen (ex-Waasland Beveren). Ze beschikken over de nodige duelkracht en power die een ploeg moet hebben. Vorige week haalden zij geen punten, maar maakten zeker aanspraak op een puntendeling. We gaan aan Union een stevige kluif hebben, maar op dit moment is het bijkomstig wie onze tegenstander is. We moeten zelf beter worden en resultaat neerzetten.”
Verder was er slecht nieuws te rapen. Melkert is tot eind dit jaar out.
Selleslags: “Nicky gaat midden september onder het mes. We zullen zeker tot en met de winterstop geen gebruik kunnen maken van zijn diensten. Nicky gaf zelf toe dat hij momenteel de nodige scherpte mist en dat er andere jongens moeten spelen. We hebben daar vandaag na de training dan ook afspraken over gemaakt in de spelersgroep.”
Mogen we nieuwkomer Mulisa dan in de spits verwachten?
Selleslags: “Ik beschik niet over een basiself, dus er kunnen op Union wijzigingen verwacht worden. Of dat in de veldbezetting of in spelersselectie is, daar kan ik nog niets over kwijt.”
We vroegen ook Matti Van Minnebruggen, die tot een van de anciens van dit elftal kan gerekend worden, om een reactie op het verlies in Verviers en het uitvallen van Melkert.
Geelzwart haalt nul op zes. Waar ligt volgens jou de reden?
Matti Van Minnebruggen: “Vorig jaar, wat een prachtig seizoen was, hebben we ook wel eens een nul op zes gehaald, nu hebben we de pech dat het de eerste twee wedstrijden zijn. Pakken we op Union punten, dan kan het goed zijn dat de trein vertrokken is. De manier waarop is nu even bijkomstig. Het spel moet beter, het vertrouwen moet groeien en we moeten elkaar gewoonweg beter vinden op het veld. De mindere prestaties zijn een samenloop van omstandigheden. De nieuwkomers moeten zich nog wat inpassen, tactisch zijn er veranderingen doorgevoerd en ook het feit dat we zelf dwingender spelen, iets dat we vorig jaar minder deden, maken dat het nog wat zoeken is. Binnenkort zal alles op punt staan en zullen de resultaten volgen.
Deze week raakte bekend dat we aanvaller Melkert tot einde dit jaar moeten missen. Hoe neemt de spelersgroep dit op?
Van Minnebruggen: “Melkert is, afgezien van de doelpunten die hij maakt, een van onze belangrijkste pionnen. Er is aanvallend iemand bijgekomen, waardoor we dit wel kunnen opvangen, maar Melkert blijft heel belangrijk. Mulisa moet zich aanpassen, je mag niet verwachten dat hij in één-twee-drie de rol van Melkert zal kunnen overnemen. Dit vraagt tijd. Hij kan net als Melkert de bal doorkoppen en vasthouden. Het is nu niet anders, we moeten ons eraan aanpassen. Als Mulisa is ingespeeld zal alles opnieuw in zijn plooi vallen. Maar je kan er niet omheen, we zullen Melkert missen.”
Vergeet u dus morgen uw steun/vlagkaart niet aan te kopen bij de mensen van Legioen 28. Er zullen morgen al dertig vlaggen mee de verplaatsing naar Union maken, dus wees er snel bij. Vanaf de thuiswedstrijd tegen Sprimont zijn ze alle honderd van de partij. U kan eventueel al op de supportersbus, die om 18u30 vertrekt vanop Berchem, uw kaart bemachtigen. Wil je graag mee met de bus, schrijf je dan snel in via de website van Yells Army. In het stadion is het Vak A op de hoofdtribune gereserveerd voor de Berchem-aanhang.
Tot morgen in het Joseph Mariënstadion van Union, voor een onvervalste topper uit de oude doos.
Leve Berchem Sport!