Met één van onze pupillen op de Braziliaanse zoden, een kerseverse trainer met een WK-verleden en een stadion dat vernoemd werd naar de makers van één van de mooiste WK-doelpunten ooit, kunnen we niet anders dan ons ook onder te dompelen in de heersende WK-gekte. Gedurende de duur van het tornooi laten we u kennismaken met de Berchemnaren in de WK-geschiedenis. Vandaag deel 5:
Zwitserland 1954: Marcel Dries
Geen Belgen op het eerste naoorlogse WK in Brazilië. De KBVB zag een tweede trip naar Zuid-Amerika niet zitten en gaf forfait. Het was trouwens niet het enige Europese land dat deze drastische beslissing nam. Uiteindelijk waren er met dertien landen slechts evenveel deelnemers als voor het allereerste WK in Montevideo. Onze nationale elf was in die dagen nochtans aardig op dreef. Tussen 6 juni 1948 en 6 november 1949 boekten ze liefst negen wedstrijden zonder nederlaag. Een record dat pas in de jaren ’80 zou sneuvelen. Voor Marcel Aernaudts en Albert De Hert, in die dagen vaste waarden bij de Rode Duivels, was het een spijtige zaak. Zij zagen een wereldbekeravontuur aan zich voorbijgaan.
Van vader op zoon
Vier jaar later waren zij niet meer van de partij. In hun plaats kwam een nieuwe Berchemse vedette: Marcel Dries (°1929-*2011). Dat hij het ooit tot Rode Duivel zou schoppen was niet echt een verrassing. Vader Pol, zelf goed voor drie caps, had het bij zijn geboorte al voorspeld. Toen hij uiteindelijk gelijk kreeg was hij zo trots op zijn zoon dat hij telkens wanneer Marcel met de Rode Duivels thuis speelde met gulle hand toegangskaarten wegschonk aan de stamgasten van zijn café. Van Marcels gage uit die eerste wedstrijden bleef dan ook niet veel over, integendeel, hij kon er meestal nog op toeleggen…
Marcel doorliep netjes alle nationale reeksen, van de jeugd met het FIFA-tornooi in Londen als hoogtepunt tot het nationale B-elftal, waarmee hij 4 wedstrijden speelde. Als aanvoerder van de Jassen won hij de Kentischbeker en scoorde hij zelfs twee van de vier doelpunten in de finale tegen Engeland. Zijn eerste echte interland speelde hij op 19 april 1953 in Amsterdam tegen Nederland. Hoewel hij het meteen tegen het vermaarde duo Lenstra-Luiten moest opnemen bracht hij het er prima af. Net als de Rode Duivels, die met 0-2 wonnen. Het blijft één van zijn mooiste herinneringen. Dries, linksback bij Berchem, zou bijna al zijn wedstrijden in het nationale elftal spelen als rechterback. Desondanks mocht hij 31 keer de Rode Duivelstrui aantrekken. Hij is daarmee Berchems recordinternational.
Het mirakel van Stockholm
Om zich te plaatsen hadden de Belgen Zweden en Finland opzij moeten zetten. Dat deden ze met verve. Op 25 mei 1953 wonnen ze met 2-4 in Helsinki. Drie doelpunten van Rik Coppens, die er de match van zijn leven speelde. Drie dagen later zorgden de Duivels in Stockholm voor een half mirakel. In tien minuten haalden ze en 2-0 achterstand op ondanks het feit dat de halve ploeg de dag voordien nog zeeziek te bed lag. “De bondsdokter had ons bij het vertrek nochtans gerust gesteld dat we niets hoefden te vrezen, want hij had prima pillen bij tegen zeeziekte”, liet Marcel Dries ooit optekenen. Maar toen enkele ongestelde spelers hem in zijn kajuit gingen opzoeken bleek de dokter zelf te bed te liggen, overmand door… zeeziekte. België won uiteindelijk zelfs nog met 2-3. Een schitterende prestatie want Zweden was in 1948 nog Olympisch kampioen geworden en in 1950 derde op het WK in Brazilië. De terugwedstrijden op de Heizel eindigden respectievelijk op 2-2 en 2-0.
Absurd reglement
Het WK in Zwitserland werd één van de mooiste en meest spectaculaire uit de geschiedenis. Helaas ook één van de meest onlogische en onrechtvaardige. Zo bestond de eerste ronde uit vier poules van vier teams, waarbij de sterkste teams enkel tegen de twee zwakste, maar niet tegen elkaar moesten uitkomen. België moest op die manier tegen Engeland en Italië aan de slag, maar niet tegen Zwitserland.
Niemand gaf de Rode Duivels ook maar een schijn van kans tegen het sterke Albion, dat hen anderhalf jaar eerder op Wembley met droge forfaitcijfers naar huis had gestuurd. Maar op 17 juni 1954 in Bazel verbaasden onze landgenoten vriend en vijand door zich minstens even sterk te tonen als Magic England. Zelfs een oprukkende Marcel Dries had het Engelse doel enkele malen onder vuur genomen. 3-3 was de stand na 90 minuten. Een andere absurde kronkel in het reglement voorzag in dat geval verlengingen. Hierin kwamen de Britten na nauwelijks 45 seconden opnieuw op voorsprong. Maar nog geen minuut later was de sensatie compleet. Een door Dries hoog voor doel getrapte vrijschop werd door een Engelse verdediger ongelukkig in eigen doel verlengd: 4-4, de eindstand ! Meteen het allereerste Belgische punt op een wereldbeker.
De lange wedstrijd liet zijn sporen na. Een vermoeide nationale ploeg moest drie dagen later in Lugano, in een stadion vol Italianen, tegen de Azzuri aan de slag. Veertig minuten hielden ze goed stand, tot Capello zich in een duel met Dries liet vallen. Strafschop die er geen was en bij de Rode Duivels brak de veer. Na de rust liepen de Italianen tot 4-0 uit. Anoul kon uiteindelijk de Belgische eer redden.
Adidas
De finale had iets van een mytische strijd tussen goed en kwaad. Aan de ene kant de Machtige Magyaren. Het Hongarije van Puskas en Hidegkuti, 31 matchen ongeslagen en met 25 goals in de vier voorgaande matchen door het tornooi gewalst. Aan de andere kant West-Duitsland, het land dat vijf jaar eerder nog de vijand van zowat de hele wereld was geweest. En die wonden waren nog lang niet geheeld. Ook niet bij de Duitsers zelf, die meer dan ooit op gebrand waren om hun verloren eer recht te zetten. Hun geheime wapen heette deze keer niet V1 of V2, maar Adidas. De fabrikant die vijf jaar eerder nog bottines voor de Wehrmacht maakte, had een revolutionaire voetbalschoen ontwikkeld. Gedaan met de zware shoes met stalen tip. De Adidas-schoenen waren licht en soepel, volgden de vorm van de voet en hadden vervangbare noppen. Die Marke mit den drei Streifen zou van dan af onlosmakelijk met de Mannschaft én met het WK voetbal verbonden blijven.
De match zelf dan. Na 8 minuten leidde Hongarije al met 2-0. Dik tien minuten later stonden de bordjes alweer in evenwicht. De winning goal voor de Mannschaft viel pas laat in de wedstrijd, de gelijkmaker van Puskas twee minuten later werd waarschijnlijk onterecht afgekeurd. Deutschland Weltmesiter en voor Hongarije de enige nederlaag in zes jaar !
De Belgen waren dan al lang met de trein terug naar huis, maar hadden wel hun visitekaartje afgegeven met een fantastische wedstrijd tegen Engeland. Nadien had een bizar tornooireglement hen genekt. Hun weerwraak volgde enkele maanden later. Op 26 september 1954 speelden de Rode Duivels op de Heizel de kersverse wereldkampioen West-Duitsland met 2-0 naar huis. Maar nog mooier was waarschijnlijk de 5-4 zege tegen het Hongaarse Wunderteam op 3 juni 1956. Dries en co gaven die dag tegen Puskas en zijn poestavoetballers hun beste verrichting sinds tijden weg.
(KB)