Morgen speelt Berchem zijn tweede oefenwedstrijd. Tegenstander is Eendracht Aalst, dat momenteel in de twilight zone tussen tweede en derde klasse vertoeft. Wie er morgen ook wint, één ding is zeker: de plaat die de stadionomroeper na afloop door de luidsprekers laat knallen zal door nagenoeg alle toeschouwers worden meegezongen.
Beide clubs schreven hun clublied namelijk op dezelfde melodie. Wat bij ons Leve Berchem Sport ! is, heet aan de Dender Iendracht Veroit ! En iets met veel ajoin en bier mè schoim. Denken we, want Google Translate gaf er halverwege het eerste couplet de brui aan.
De bewuste melodie is zo oud als onze club zelf. Ze werd in 1906 gecomponeerd door de Franse toondichters Charles Helmer en Georges Krier. De oorspronkelijke tekst “Le Rêve passe” – De droom trekt voorbij – was geïnspireerd op het gelijknamige schilderij van Jean Baptiste Edouard Detaille uit 1888. Het immense doek van bijna 3 op 4 meter, stelt een korenveld voor waarin Franse soldaten zich tijdens de Frans-Duitse oorlog te rusten hebben gelegd, terwijl in een indrukwekkende wolkenpartij een spookstoet van militairen uit La Grande Armée van Napoleon Bonaparte voorbij marcheert. De slapende soldaten dromen maar van één ding: sneuvelen voor het vaderland om vervolgens onsterfelijk te worden aan de zijde van de tienduizenden kameraden die hen voorgingen naar de Elyzeese Velden.
Het doek, dat tegenwoordig in het Musée d’Orsay wordt bewaard, liet bij zijn voorstelling niemand onberoerd. Detaille schilderde met zijn meest bekende werk een ondubbelzinnig pleidooi voor oorlog en wraak, een standpunt dat in zijn tijd door een groot deel van de Franse bevolking werd gehuldigd. Als patriottisch symbool bij uitstek werd het werk ontelbare malen gereproduceerd op postkaarten, chromo’s en koekjesdozen. Collega-schilders lieten zich erdoor inspireren, maar ook theatermakers, cineasten en liedjesschrijvers gaven hun interpretatie van het tableau. De idee van de Rêve de la Revanche was alomtegenwoordig bij de Franse bevolking die de nederlaag van 1871 nooit heeft kunnen verwerken. Pas na de eerste wereldoorlog, toen de helden van 1870-71 eindelijk waren gewroken, verdween ook de obsessie van de vergeldingsdroom.
Le Rêve passe werd voor het eerst op grammofoonplaat opgenomen omstreeks 1906-07 door Adolphe Bérard, één van de grote sterren van de Franse Music-Hall. Bérard werd door het Parijse publiek op handen gedragen. Soms letterlijk. De mythe wil dat zijn bewonderaars vaak zó enthousiast waren dat Bérard zich na een optreden gewoon in zijn cabriolet naar huis liet duwen ! Zijn stem, waar helaas weinig goede opnamen van bestaan, moet dan ook uitzonderlijk zijn geweest. Bérards oeuvre had slechts één doel: de massa ontroeren. Dat deed hij met melodramatische tearjerkers over ongelukkige liefdes, die vaak ontaardden in moord en doodslag, en met gezwollen patriottische chansons zoals Le Rêve passe, waarmee hij tijdens de Eerste Wereldoorlog alle zalen van Parijs aan zijn voeten kreeg. Daar moet het lied waarschijnlijk ook de interesse hebben gewekt van de Engelse soldaten die het prompt vertaalden als The Soldier’s Dream. In 1935 nam de Corsicaanse tenor Tino Rossi de wellicht bekendste versie van het lied op. De Ier Joseph Locke vertolkte in 1949 de Engesltalige versie van het lied in de komedie What a Carry on ! en in 1950 zette zanger-acteur Armand Mestral het lied nog een keer op plaat. Van de mars bestaan ook tientallen versies uitgevoerd door diverse militaire kapellen en ook op oude paardenmolens en draaiorgels komt men het wel eens tegen. Zelfs The Beatles waagden zich eraan. In Yellow Submarine wordt een stukje uit Le Rêve Passe gesampled, zij het zodanig vervormd dat het volledig onherkenbaar is geworden.
Hoe het lied in Berchem belandde is niet bekend. De Berchemse versie werd geschreven in de periode tussen de twee oorlogen. De tekstdichter is meer dan waarschijnlijk Jan Van Bon, lid van de Harmonie van Berchem Sport en feestbestuurder van de Federatie der Berchem Supportersclubs. Hij haalde zijn mosterd haast zeker op een fonoplaat van Adolphe Bérard, aangezien drie andere supportersliederen uit die tijd eveneens melodieën recycleren die ooit door Bérard werden opgenomen.
Omstreeks 1970 werd het lied in een arrangement van Noël Lambré (nom de plume van Leon Lambrechts, die o.a. Verlaat me nooit schreef voor Salim Seghers) en accordeonist Geo Andries, op plaat gezet door De Geuzen, een trio dat in de jaren ’60 trachtte mee te liften op het succes van De Strangers. Op de B-kant staat met Berchem er boven op vermoedelijk een tweede tekst van diezelfde Van Bon.
Het oorspronkelijke refrein onderging in de loop der tijden wel enkele kleine tekstuele ingrepen. Zo werd Hoezee Berchem Sport ! gemoderniseerd tot Leve Berchem Sport ! Minder gelukkig was dan weer de wijziging in de tweede regel die aanvankelijk Leve lang onze geel-zwarten luidde, wat mooi rijmde op de vierde regel Ze veroveren onze harten. In de aangepaste versie werden de geel-zwarten zwart-gelen, waardoor helaas ook het oorspronkelijke rijmschema verloren ging.
Naar aanleiding van de kampioenstitel in vierde, enkele jaren geleden, zette onze huiszanger Nest van de échte Strangers een nieuwe versie op CD. Ook deze nieuwe opname ging met enkele tekstuele ingrepen gepaard.
Leve Berchem Sport (De Geuzen):
https://www.youtube.com/watch?v=rUtihCgsYKU
Iendracht veroit:
https://www.youtube.com/watch?v=U87rVH7QJgA
The Soldier’s Dream (Joseph Locke):
https://www.youtube.com/watch?v=ErMcwQ2cBaM
Le Rêve passe (H.M. Royal Marines):
https://www.youtube.com/watch?v=GiSSgMW5lcQ
Le Rêve passe (Adolphe Bérard):
https://www.youtube.com/watch?v=QUkS0zY8nkU
Le Rêve passe (Ballygowan Flute Band):
https://www.youtube.com/watch?v=gcXsfh8an9A
Le Rêve passe (George Pollen):