Vandaag, 13 augustus, blaast Berchem Sport 109 kaarsjes uit. Toegegeven, het is er soms aan te zien. Er zit hier en daar wat sleet op de oude knar, maar hij is er nog steeds en hij woont nog steeds zelfstandig, al krijgt hij de laatste jaren wat minder bezoek over de vloer. Zo gaat dat met ouder worden…
We schrijven 13 augustus 1906. Het begon haast weer te klaren toen baas Sampers die nacht de laatste gasten uit zijn staminee zag vertrekken. Late passanten hadden zich uren eerder ongetwijfeld al afgevraagd waarom er nog zo laat licht brandde in de Limburgia in de Beernaertstraat, later alleszins dan men van de soms wat knorrige waard gewend was. Maar vandaag verkeerde de man, die er niet voor terugdeinsde om zeurpieten en dronkemannen eigenhandig aan de deur te zetten, in een uitzonderlijk goede luim. Het dozijn jonge mannen dat net zijn café had verlaten had zich vrij behoorlijk gedragen en had bovenal bijzonder goed verteerd. De hele avond had hij glazen en flessen af- en aangedragen, stout en trappist, maar vooral Leuvensch en Extra Gersten van burgemeester-brouwer Frans Van Hombeeck. Naarmate de avond in de nacht overging zwol de geestdrift dan ook merkbaar in de hoek van zijn gelagzaal waar de mannen hadden plaatsgenomen. Nu en dan kon hij van achter zijn toog flarden van hun gesprekken opvangen, al wist hij zo ook wel waarover ze het hadden. Maandenlang liepen ze al te snoeven met hun wilde ideeën. Ze zouden koste wat het kost een sportvereniging oprichten. Een sportkring begot. Vooral die twee van Van Berckelaer spraken over niets anders meer en vroeg of laat zouden ze ook de anderen hun kop zot maken, ge zoudt het zien. Soms schudde hij wat meewarig het hoofd, maar veel aandacht besteedde hij er verder niet aan. Er waren al zoveel plannen gesmeed boven zijn glazen, snode en eerbare, ambitieuze en vrijblijvende, maar meestal verdwenen ze even snel als ze opdoken, zo gauw de roes van het bier was uitgewerkt. Doch deze keer had baas Sampers het bij het verkeerde eind, iets wat hij zelf natuurlijk nooit zou toegeven. Die avond en die nacht werd aan zijn tafels wel degelijk geschiedenis geschreven. Geen grootse geschiedenis weliswaar die de wereld zou veranderen, maar de geboorte van een sportclub die in de eeuw die erop volgde generaties van sporters en van langsom meer supporters zou begeesteren. Zo ongeveer moet het gegaan zijn. Zo ongeveer ontstond ’t Sport.