Via Eric Van Meir vernamen wij het overlijden van Marcel Vets (85). Vets speelde tussen 1952 en 1964 twaalf seizoenen voor Berchem Sport. Daarna volgden nog acht seizoen in derde klasse bij SK Roeselare en Lyra. Vets was ook jarenlang jeugdcoördinator bij Lierse waar hij mee het trainingscentrum in Kessel uitbouwde. Veel latere eersteklassespelers van het grote Lierse noemden hem bepalend voor hun carrière.
Stel u even het Rooi voor kort na de Tweede Wereldoorlog. Op de braakliggende gronden rond het stadion lopen honderden belhamels achter een balletje aan. Eén ventje springt meteen in het oog. Niet omdat hij zo goed kan voetballen, zo zijn er wel meerdere, wel omdat hij nooit buiten komt zonder zijn bruine stofjas. Precies dezelfde als zijn vader, de kruidenier. Het vreemde kereltje heet Marcel Vets (°24.04.1935) en omdat zijn moeder voetbal maar niets vond, stuurde ze hem naar de scouts en liet ze hem nooit zonder stofjas de straat op, in de overtuiging dat dat lange kledingstuk hem veel te hinderlijk zou zijn bij het sjotten. Maar dat was buiten de waard gerekend. Overal waar men hem zag was de kleine Marcel aan het voetballen. In zijn bruine stofjas! Op Sint-Stanislas, op straat, aan de vestingen en aan het Rooi, waar hij niet van de trainingen was weg te slaan. Zo gebeurde het dat op zekere dag de kadetten van Berchem Sport voor een onderling oefenpartijtje één speler te kort kwamen. Jos Demolie aarzelde geen moment en drukte het ventje in de stofjas een voetbaltrui en een paar voetbalschoenen in de armen. Marcel speelde al zijn tegenstrevers op een hoopje en keerde met een aansluitingskaart op zak huiswaarts.
Vets werd de nieuwe aanvalsleider van de provinciale kadetten, aan de zijde van zijn kameraden John Vercammen en Leo Goris. Het eerste seizoen waren ze samen goed voor 42 doelpunten, waarvan Vets er 23 voor zijn rekening nam. Maar bij de scholieren verscheen een nieuwe ster aan het firmament. Frans Schellens verdrong Vets naar de halflijn, waar Broer Van de Ven in hem al vroeg zijn gedroomde opvolger herkende. Een klassieke stopper, even sober en koelbloedig. Lenig in zijn slidings, kordaat en regelmatig bij het tacklen. Een valse trage, zuinig met zijn krachten, de intelligentste speler op het terrein die rust bracht in de hele verdediging. Kopbalvaardig en tweevoetig bovendien, die er soms met de grove, maar altijd sportieve borstel tegenaan ging. Toen Van de Ven in de loop van het seizoen 1956-57 gekwetst uitviel mocht Vets voor de eerste keer van het grote werk proeven. Hij deed het meteen zo goed dat Broer zich spontaan terugtrok ten voordele van zijn poulain, die op zijn beurt de nieuwe sterkhouder van de Berchemverdediging werd.
Vets was met voorsprong één van de betere stoppers van zijn generatie. Een grootse internationale loopbaan is hem evenwel nooit te beurt gevallen. Ook dat had hij gemeen met Van de Ven. Het begon nochtans veelbetekenend met selecties voor de nationale juniors aan de zijde van Schellens en Anderlechtenaar Martin Lippens. Als belofteninternational mocht hij zelfs de persoonlijke gelukwensen in ontvangst nemen van Duits bondscoach Sepp Herberger en als militair won hij in 1957 de Kentischbeker. Na drie B-selecties lag de weg naar de Rode Duivels dan ook helemaal open. Hij werd geselecteerd voor de interland tegen IJsland op 4 september 1957. Maar een dag voor de afreis brak in de kazerne van milicien Vets een epidemie van geelzucht uit en het hele regiment werd in quarantaine geplaatst. Vanuit Brussel volgde onbegrijpelijkerwijs nooit meer een tweede oproep…
Na acht jaar eerste elftal werd de nog steeds maar 29-jarige Vets in 1964 verkocht aan SK Roeselare. Willens nillens want het in financiële ademnood verkerende Berchem Sport zat verlegen om de grote som die de Westvlamingen voor hun stopper veil hadden. Net zoals ze eerder Marcel Dries naar Union hadden laten vertrekken en later nog vele andere jeugdspelers overhaast van de hand zouden doen.
Na enkele anonieme seizoenen bij Roeselare en trainersposten bij Aartselaar en Lyra, werd Vets vanaf 1967 een gerespecteerd en succesvol jeugdcoördinator bij Lierse. Heel wat spelers uit de kampioenenploeg van 1997 passeerden door zijn handen.