Bijna driekwart eeuw geleden, op 1 november 1951, zorgde een wedstrijdje tussen Antwerpen en Kopenhagen ook al voor een vol stadion. 25.000 toeschouwers zagen die dag de Entente Anversoise met 2-4 verliezen van de Kopenhaagse evenknie, maar vooral van Knud Lundberg.
Met Vic Mees, Rik Coppens, Bert De Hert, Eddy Bertels, Martin Schroyens en Bobke Maertens, zes Rode Duivels, stond de Antwerpse ploeg misschien wel met zijn sterkst mogelijke elftal aan de aftrap in het Olympisch Stadion. De Københavns Boldspil Union, stelde daar nog een international meer tegenover en wilde absoluut weerwraak nemen voor de 0-5 nederlaag in eigen huis anderhalf jaar eerder.
Maar het was vooral één man die met kop en schouders boven alle andere uitstak. De lange blonde linksbinnen Knud Lundberg (1920-2002) was dé ster van het veld. Hij scoorde niet enkel twee doelpunten – net als Rik Coppens – maar was bovenal de motor die de Deense ploeg liet draaien. ‘Hij beheerste het hele voetbalgamma en bleek schrander dan den schrandersten’, schreef Gazet van Antwerpen. ‘Vier longen, twee gouden voeten, een voorbeeldig kopspel en een stel snel werkende hersenen: mijn liefje, wat wil je nog meer?’
Lundberg was een opmerkelijke figuur. Hij had een diploma geneeskunde, maar verkoos journalist te worden, schreef enkele bestsellers en was tevens politicus. Ook op sportvlak was hij een multitalent: international als voetballer, handballer én basketballer. In alle drie de disciplines werd hij bovendien Deens landskampioen. Als voetballer zelfs vijf keer. Lundberg was de beste Deense fodboldspiller uit de naoorlogse periode. Hij speelde 40 interlandwedstrijden, waarvan 27 als aanvoerder, scoorde tien keer en won brons op de Olympische Spelen van 1948. Een bronzen plak die hij overigens wegschonk aan een teamgenoot die volgens de toenmalige regels geen medaille kreeg omdat hij die wedstrijd niet meespeelde. Het kenmerkte de nobele, maar vaak ook eigengereide Knudsen. Zo werd hem ooit de toegang ontzegd tot het banket na een internationale voetbalwedstrijd in Stockholm omdat hij weigerde een stropdas te dragen. Hij geloofde namelijk dat stropdassen zijn ademhaling belemmerden.
Ondanks miljoenenaanbiedingen vanuit Italië bleef hij zijn hele voetbalcarrière voor Akademisk Boldklub voetballen tot hij ruim over de zestig was. Akademisk BK speelt momenteel in de 2.Division, maar verhuisde in 1965 naar Gladsaxe, zo’n 10 km buiten de hoofdstad.