“Berchem Sport heet u van harte welkom in het … Jef Mermansstadion”. Onze stadionomroeper is al drie dagen aan het oefenen om het zondag in één vloeiende beweging door de speakers te laten rollen. Wij zijn er gerust in dat het hem zal lukken, hij heeft al voor hetere vuren gestaan. Ook Ludo Coeck zal er niet zwaar aan tillen dat hij zondag voor één keertje – touchons du bois – zijn plaats zal moeten afstaan aan die andere naar Anderlecht uitgeweken Antwerpse voetbalgrootheid. Wij stellen hem graag aan u voor.
Jef Mermans (°16.02.1922-*20.01.1996) geboren en getogen Merksemnaar, bracht een groot deel van zijn leven door op en rond de Bredabaan. Het lag dus voor de hand dat vroeg of laat het gemeentelijk voetbalstadion zijn naam zou dragen. Toch zou het tot in de nazomer van zijn schitterende carrière duren eer hij het shirt van OLSE zou aantrekken, de club van de Broeders van Liefde waar hij nochtans zijn lagere schooljaren sleet. Antwerp FC was zijn grote liefde. Het Bosuilstadion lag op wandelafstand van zijn ouderlijke huis, aan de overkant van het kanaal en met de jongens uit de buurt speelde hij tijdens de week de wedstrijden na die hij er op zondag had bijgewoond. Antwerp was dan ook de enige optie toen de ganse kliek op zeker moment besloot dat de tijd rijp was om zich bij een echte club aan te sluiten. En toch zou het niet Antwerp worden. Soms zijn het kleine details die een levensloop bepalen.
Lange tijd lag de ondergrens om te mogen voetballen op 10 jaar en die jaren hadden de knaapjes uit Merksem nog niet op hun teller. Al kwamen sommigen maar enkele maanden te kort ,op Antwerp kwamen ze er niet in. De ontgoocheling was zo groot dat ze prompt verder marcheerden en zich aansloten bij de eerste club die ze onderweg tegenkwamen, Tubantia.
Voor de eerste wedstrijd van de kadetten werd de hele vriendenkliek opgesteld, behalve één … Jef Mermans. Toen het eindelijk zijn beurt was, werd hij overvallen door een acute vorm van reuma, waardoor hij zes maanden het bed moest houden. Pas rond zijn dertiende was hij er weer helemaal bovenop, maar het werd wel gauw duidelijk dat Jef een meer dan gemiddelde aanleg had voor voetballen. In zijn scholierenploegje speelde op de linkshalfplaats nog een ander kereltje dat niet onaardig met de bal uit de voeten kon, maar gelukkig tijdig ontdekte dat hij ook nog andere gaven had waar hij het veel verder mee kon schoppen: Stan Ockers.
Jef was amper vijftien toen hij in de eerste ploeg werd gedropt. Op zijn zestiende mocht hij al mee met het Belgische B-elftal. En dan brak de oorlog uit… Maar het leven ging gewoon door en de voetbalkampioenschappen draaiden, na een korte onderbreking, weer op volle toeren. Tot twee maal toe bood Beerschot 100.000 frank voor de jonge Mermans, een klein fortuin. Maar Tubantia weigerde, omdat men vreesde dat een deel van hun toch al niet zo dik bezaaide aanhang, hun publiekslieveling zou volgen naar het Kiel. Toen Anderlecht even later 125.000 frank op tafel legde, hapte het Tubantia-bestuur wel toe. Jef Mermans was op dat moment in 1942 Belgiës duurste voetballer. Het was wellicht één van de beste investeringen ooit van Sporting Anderlecht.
Toch was zijn eerste kennismaking met de paarswitten niet meteen hartelijk. Hij schrijft erover in zijn memoires. Een overijverige afgevaardigde weigerde hem op een nogal botte manier de toegang tot het stadion: “Tubantia? Gij komt van Tubantia, zegt ge. Dat is zeker de naam van een fanfare? Hier wordt anders voetbal gespeeld en geen trompet!” De Brusselaars hadden nochtans nog niet veel reden om zo hoog van de toren te blazen. Ze hadden dan wel de budgetten waar geen enkele andere Belgische club op dat moment over beschikte, de eerste titels zouden er pas komen dank zij … Jef Mermans. In de 15 seizoenen dat Mermans de paarwitte aanvalslijn leidde, van 1942 tot 1957, verzamelden de Brusselaars liefst zeven landstitels. Jef Mermans was de afwerker waar het Anderlecht al jaren aan ontbrak om net dat stapje hogerop te zetten. Een staalhard schot in beide voeten dat hem de bijnaam “Bombardier” opleverde, een precieze voorzet. Maar hij was ook een goeie dribbelaar en bovendien groot, stevig en kopbalsterk. In 405 wedstrijden maakte hij niet minder dan 369 doelpunten. Daarmee is hij nog steeds de topschutter van de club. Mermans heeft in die jaren voorgoed het aangezicht van Sporting Anderlecht én van het Belgisch voetbal veranderd.
Europese topclubs als Torino, AS Roma, Real Madrid en Arsenal probeerden hem tevergeefs in te lijven, maar Jef bleef bij Anderlecht. Net zoals hij in Merksem bleef wonen. Op zijn 35ste verruilde hij Anderlecht uiteindelijk voor derdeklasser OLSE. De kantoorjob op het gemeentehuis van Merksem kreeg hij er als bonus bij. Maar van uitbollen was geen sprake. In zijn eerste seizoen eindigde Merksem derde, het volgende jaar loodste hij de geelblauwen meteen tweede klasse binnen. Kampioen met 45 punten op 60 en liefst 83 doelpunten. En daar hield het niet op. Tijdens zijn derde, en laatste, seizoen leek hij rechtstreeks op een nieuwe titel af te stevenen. Merksem werd uiteindelijk vierde, maar draaide tot enkele weken voor het eind vlot mee bovenin het klassement. De overlevering wil dat Mermans zijn ploegmaats zou overhaald hebben om de eersteklassedromen op te bergen ten voordele van de vriendschap en het voetbalplezier, iets wat hij zelf in zijn carrière vaak had moeten missen. Once a Pirate…
17 januari 1954 Anderlecht SC – Berchem Sport 2-1
Jef Mermans – Roger Schilders – Broer van de ven